Ina Wiekart  nog lang niet versleten als internationaal topscheidsrechter

‘Scheidsrechtercursus zou beter gratis zijn’

Ina Wiekart in Rio

Ina Wiekart was in 2016 scheidsrechter bij de Paralympics in Rio de Janeiro. Nog maar kort geleden dus. Ze is nu 74, maar denkt nog niet aan stoppen. “Het gaat goed volgens mij en ik krijg geen andere signalen van de scheidsrechterscommissie. Ik blijf het een machtig vak vinden. Het is geweldig om deel uit te maken van topwedstrijden.” Een tweede olympisch toernooi zit er volgens haar echter niet meer in. “Want dat is een once in a lifetime ervaring. Ook niet erg. Ik heb het meegemaakt en dat was een fantastische belevenis.”

Ze ondervindt nog steeds ‘heel veel respect en waardering’ in de Nederlandse en internationale zalen. Al is de frequentie van wedstrijden wel omlaag gegaan. Niet vanwege haar leeftijd, maar door veranderde regels rond aanstellingen van de NTTB. Voor de coronacrisis kreeg ze gemiddeld acht tot tien wedstrijden per seizoen. Nu zijn dat er nog maar vier. Daar is ze wel teleurgesteld over. “Zeg maar een beetje boos, verdrietig. Maar je doet er niks aan. We hebben het te accepteren”, zeg Ina en dat laatste doet ze dan ook.

Hoe is het voor u begonnen als scheidsrechter?
“Ik ging met vriendinnen naar tafeltenniswedstrijden kijken en raakte geïnspireerd. Dynamisch, snel, op een kleine ruimte. Zo ben ik pas in 1973 in de sport terecht gekomen. Ik speelde zelf pas vijf jaar toen ik me voor de scheidsrechterscursus aanmeldde. Ik speel trouwens nog steeds. Op een lager niveau. Vijfde klasse.”

Wat is het geheim van een goede scheidsrechter?
“Altijd objectief natuurlijk. Maar ook rust bewaren. Concentratie ten alle tijden vasthouden. Autoriteit uitstralen, maar daarbij absoluut niet jezelf op de voorgrond zetten. De scheidsrechter moet min of meer onzichtbaar zijn. De spelers, die zijn belangrijk. Als je dat voor ogen houdt, ben je al een heel eind.”

En toen kwamen de Olympische Spelen. Hoe hebt u dat beleefd?
“Natuurlijk als het hoogtepunt van mijn carrière. Ik was 69 jaar maar werd toch aangewezen. Daar spreekt waardering uit. Het was een unieke belevenis. Ik vind het sowieso al bijzonder paratafeltennissers te leiden. De beleving bij hen is altijd mega groot. De dankbaarheid voor jouw rol als scheidsrechter ook. Nu ondervinden wij op alle niveaus veel respect. Maar op de Spelen leek dat wel extra. Een unieke ervaring.”

U bent in 1978 begonnen. Een 50-jarig jubileum als scheidsrechter behoort tot de mogelijkheden. Dat zou toch uniek zijn?
“Ja, maar daar ben ik helemaal niet mee bezig. Ik wil dit niveau zo lang mogelijk vast houden. Ik heb geen enkel idee hoe lang nog. Ik geef ook nog gymles aan ouderen en ben lid van de opleidingscommissie van de NTTB. Dat is allemaal nog goed te combineren. Maar hoe lang nog? Als de scheidsrechterscommissie ziet, dat iemand het niet meer aan kan, geven ze wel een signaal. Daar vertrouw ik op.”

Wat is buiten de Olympische Spelen uw leukste ervaring in al die jaren?
“Mijn allereerste grote internationale toernooi. Dat waren de Europese jeugdkampioenschappen van 1989 in Luxemburg. Ontzettend leuk om mee te maken en hele leuke bijkomstigheid was dat daar de piepjonge Trinko Keen en Danny Heister met het team kampioen werden. Dat was leuk om te zien en kreeg nog meer waarde toen ze beiden ook later toppers werden.”

Het gaat niet goed met de aanwas van scheidsrechters van onderaf. Wat kan de NTTB doen om potentiële scheidsrechters over de streep te trekken?
“De kosten zijn nu een redelijke drempel. De scheidsrechter 3 cursus kost 195 euro en SR4 zelfs 295 euro. Dat is een handicap in jouw streven meer scheidsrechters binnen te halen. Die cursus moet je gratis aanbieden. In het verleden kregen mensen hun cursusgeld terug wanneer ze een minimum aantal wedstrijden hadden geleid. Dat zou ook een oplossing zijn. Dan krijg je gegarandeerd meer scheidsrechterkandidaten binnen.”